Van Labeotropheus fuelleborni bestaan vele geografische varianten die op vele plaatsen rondom het meer gevonden worden in een rotsachtige omgeving, met name in de brandingszone`s. Al deze varianten hebben hun eigen kenmerkende kleurtekening en hebben dus ook eigen handelsnamen zoals deze. In vrijwel elke populatie van Labeotropheus fuelleborni worden vaak OB-vrouwtjes aangetroffen en soms enkele zeldzame O-vrouwtjes, de mannelijke "marmelade cats" zijn echter erg zeldzaam. De hier afgebeelde marmelade cat (MC) werd samen met dit O-vrouwtje gevonden bij Mitande Rock, in de omgeving van Thumbi West Island. Deze variant werd de afgelopen jaren Labeotropheus artatorostris genoemd maar dit blijkt een synoniem te zijn van deze lokale variant van Labeotropheus fuelleborni. De mannetjes van worden in het meer, ongeveer 15 cm, in het aquarium echter worden ze bij goede voeding aanzienlijk groter. De mannen kunnen dan zeker tot 18 cm worden, de vrouwen ongeveer 14 cm. Labeotropheus fuelleborni kan evenals zijn soortgenoten redelijk onverdraagzaam zijn tegenover medebewoners. Het beste kun je hem houden met meerdere vrouwen in een aquarium met voldoende schuilplaatsen en met andere mbuna. In het meer voeden ze zich hoofdzakelijk met algen die ze van de rotsen schrapen. In het aquarium moeten we daar dan ook rekening mee houden en ze voeren maet algrijk voedsel zoals spirulina vlokken en/of pellets, garnalenmix pakken ze ook goed,af en toe wat mysis en artemia. |